Waarom tappunten?

Wat dat betreft hebben we de tijd mee. Steeds meer mensen kiezen in plaats van suikerhoudende drankjes voor het gezonde alternatief: kraanwater. Daar zijn wij natuurlijk hartstikke blij mee. Hoe meer mensen we kunnen stimuleren om gezonde keuzes te maken, hoe beter. Onze tappunten helpen daarbij. En ze zijn nog duurzaam ook, omdat er heel wat plastic mee wordt bespaard.

In het kader van ‘een gezonde stad’ besloot de Gemeente Groningen in 2011 om samen met ons het eerste openbare tappunt te laten plaatsen. Het kwam op de Ubbo Emmiussingel, vlakbij het Groninger Museum, op de doorgaande route van het station naar de binnenstad. De plek bleek perfect gekozen; met 20.000 liter per jaar wordt dat tappunt nog altijd het meest gebruikt.

Behalve in de stad Groningen hebben we sindsdien op verschillende andere plekken tappunten aangelegd, waaronder in Haren, Leek, Ten Boer, Zuidhorn, Winsum en Stadskanaal. Als het aan de provincie ligt, komen daar dit jaar nog flink wat locaties bij. Samen bekijken we namelijk of we ook tappunten kunnen gaan creëren op plekken waar reizigers overstappen, bijvoorbeeld van de auto op de bus of van de bus op de trein. Daarmee zou het totale aantal kunnen verdrievoudigen.

De tappuntkaart breidt zich dus steeds verder uit. Sinds 2016 trouwens ook van buiten naar binnen. Meerdere onderwijsinstellingen hebben inmiddels eigen tappunten, van de Vensterschool Selwerd-Paddepoel-Tuinwijk tot de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen. Extra leuk: de binnentaps — in de vorm van een kunststof blikje met een uitsparing om je beker of flesje in te zetten — zijn ontworpen door twee studenten.

Kortom, samen maken we Groningen steeds gezonder. Geweldig om daar een bijdrage aan te leveren. Des te meer omdat ik uit eerste hand weet wat een verschil water voor je gezondheid kan maken. Als tiener had ik veel last van huidproblemen. Nadat ik onder andere suiker radicaal uit mijn dieet had geschrapt, verdwenen die als sneeuw voor de zon. Tegenwoordig drink ik bijna alleen nog maar water. Al dan niet uit een van onze eigen tappunten.”